Factor 05 Kennis over en voorzien in opvoedbehoeften

In hoeverre hebben ouders inzicht en vaardigheden om in de opvoedbehoeften van hun kind te voorzien?

Deze pagina hoort bij de Familiescan bij scheidingen. De Familiescan helpt professionals om een eerste indruk te krijgen van de brede context rond een scheiding. De website Familiescan bij scheidingen is de opvolger van de app met dezelfde naam. De doorontwikkeling werd gedaan door Altra (onderdeel van iHUB) in samenwerking met negen gemeenten in de regio Hart van Brabant. Voor meer informatie over eigenaarschap en voorwaarden voor gebruik van de Familiescan, zoek contact met Olaf Goorden via o.goorden@altra.nl

Achtergronden

Na een scheiding verandert de opvoedsituatie drastisch. Ineens is er sprake van alleenstaand ouderschap of een nieuw samengesteld gezin. De opvoeding wordt in het ideale geval nog steeds gedeeld met de ex-partner. Ouders kunnen zich kwetsbaar voelen in hun nieuwe rollen, als die bijvoorbeeld door de één meer dagelijks en door de ander meer op afstand wordt vervuld. Maar ook door het gegeven dat ze niet meer alles van hun kind meemaken en ook een deel van de opvoeding en ervaringen moeten loslaten, zelfs als er sprake is van een gelijke verblijfstijd van het kind bij allebei de ouders.

In de praktijk krijgen hulpverleners regelmatig te maken met een ouder die voor het eerst pedagogische taken op zich neemt of dit nu alleen moet doen. Of een ouder die zijn of haar kind al langere tijd niet gezien heeft.

Het is belangrijk om te bedenken dat veel van de andere factoren uit de Familiescan van invloed kunnen zijn op de opvoedsituatie. Zo kunnen rouw- en verliesgevoelens, conflicten tussen ouders en stressfactoren van ervoor zorgen dat ouders minder beschikbaar zijn voor hun kind en minder sensitief zijn voor de behoeften die het kind heeft.

De verantwoordelijken voor de opvoeding wonen op twee plekken en zijn wel of niet bereid, of in staat, om de zorg over het kind met elkaar te delen. Ook als ouders op een goede  manier samen ouders kunnen blijven, zijn er vaak veranderingen in woonsituatie en inkomen. In veel gevallen zal er sprake zijn van een (tijdelijk) alleenstaand ouderschap. Alleenstaand ouderschap en scheidingsproblematiek brengen deels vergelijkbare risico’s met zich mee zoals probleemgedrag en emotionele problemen bij kinderen, slechtere schoolprestaties. Veel kinderen uit eenoudergezinnen ontwikkelen zich gelukkig zonder problemen. Het inzetten van opvoedondersteuning is één van de oplossingen die overwogen kan worden.

Instrumenten en technieken bij informatieverzameling

Voor de hand liggende bronnen om informatie te verzamelen zijn: cliëntdossier, gesprekken met ouders (bij voorkeur samen), gesprekken met het kind, gesprekken met informanten uit het netwerk (leerkracht, familie, huisarts, enzovoort) en gesprekken met eventuele verwijzer en andere betrokken professionals. Overweeg om advies te vragen aan een gedragswetenschapper of andere professional met specialistische kennis op scheiding of een thema waarover je twijfelt.

Wat verstaan de ouders zelf onder een goede opvoeding? Sluit dat aan bij datgene wat het kind nodig heeft? Is de ouder met name gericht op het zorgen voor de eerste levensbehoeften van een kind (eten, drinken, kleding, slapen), of heeft de ouder ook oog voor de sociaalemotionele-aspecten en andere fysieke en intellectuele ontwikkelbehoeften van het kind?

Om zicht te krijgen op deze factor kun je daarnaast gebruik maken van onder andere:

  • dossierinformatie
  • overzichtslijsten over wat normaal en afwijkend is in ontwikkelingsfasen en opvoedtaken
  • gesprekken met ouders, bij voorkeur samen
  • gesprekken, met toestemming, met overige informanten uit het netwerk (leerkrachten, familie, huisarts, etc.)
  • vragenlijsten over opvoed- en opgroeimoeilijkheden (SDQ, CBCL, OBVL)

Mogelijke interventies specifiek bij deze factor

Opvoedondersteuning kan ambulant of op locatie vorm krijgen. Ook tijdens ouderschapsbemiddeling en omgangsbegeleiding kan ruimte zijn voor het ondersteunen van ouders bij opvoeden.  Opvoedondersteuning kan van belang zijn voor één of allebei de ouders en op maat ingezet worden voor, tijdens en na de scheidingshulp. Het kan gaan om ondersteuning omdat ouders niet in opvoedbehoeften kunnen voorzien of probleemgedrag van hun kinderen niet aankunnen. Kinderen kunnen echter ook probleemgedrag laten zien door loyaliteitsproblemen of doordat het gedrag van ouders hen op andere manieren heeft beschadigd. In die gevallen is opvoedondersteuning helpend en mogelijk een goed aanknopingspunt voor psycho-educatie, of andere elementen van scheidingshulp. Indirect kan kennis over opvoedbehoeften en de mogelijkheid om hierin te voorzien ook verbeterd worden door te werken aan de andere factoren die in de Familiescan opgenomen zijn.

Specifiek voor deze factor kun je denken aan inzet van:

  • ouderschapsbemiddeling en/of omgangsbegeleiding
  • hulp aan kind gericht op bijvoorbeeld trauma- en verliesverwerking of omgaan met psychiatrie bij ouders
  • hulp gericht op aanpak van stressfactoren, bijvoorbeeld opvoedondersteuning, netwerkversterking, schuldhulpverlening

 

Meer bronnen

Voor meer achtergrondinformatie over scheiding en problemen van kinderen, zie: