Factor 06 Omgang en contact: houding van ouders

Werken ouders wel of niet mee aan de zorgregeling of omgangsregeling?

Deze pagina hoort bij de Familiescan bij scheidingen. De Familiescan helpt professionals om een eerste indruk te krijgen van de brede context rond een scheiding. De website Familiescan bij scheidingen is de opvolger van de app met dezelfde naam. De doorontwikkeling werd gedaan door Altra (onderdeel van iHUB) in samenwerking met negen gemeenten in de regio Hart van Brabant. Voor meer informatie over eigenaarschap en voorwaarden voor gebruik van de Familiescan, zoek contact met Olaf Goorden via o.goorden@altra.nl

Achtergronden

De houding van beide ouders is medebepalend voor het succes van de zorgregeling of omgangsregeling.* De beste situatie is als ouders hun kind het contact met de andere ouder gunnen en hun kind hierbij kunnen ondersteunen. Meewerken aan uitvoering van de zorgregeling of omgangsregeling, hun kind laten weten dat het het fijn mag hebben bij de andere ouder, en positief met en over elkaar communiceren in het bijzijn van hun kind, zijn belangrijke uitingen en handelingen. Een negatieve houding is niet altijd onwil. Ouders kunnen zich oprecht zorgen maken over het contact van hun kind met de andere ouder en er kunnen ook echt vervelende dingen voorgevallen zijn. Het is van belang om te achterhalen hoe ouders tegenover de omgang staan en of ze hieraan mee (kunnen) werken.

* Als beide ouders gezag hebben, spreken we over zorgregeling. Is dit niet het geval, dan spreken we over omgangsregeling.

Instrumenten en technieken bij informatieverzameling

Voor de hand liggende bronnen om informatie te verzamelen zijn: cliëntdossier, gesprekken met ouders (bij voorkeur samen), gesprekken met het kind, gesprekken met informanten uit het netwerk (leerkracht, familie, huisarts, enzovoort) en gesprekken met eventuele verwijzer en andere betrokken professionals. Overweeg om advies te vragen aan een gedragswetenschapper of andere professional met specialistische kennis op scheiding of een thema waarover je twijfelt.

In het Internationaal Verdrag Rechten voor het Kind is vastgelegd dat kinderen recht hebben op omgang met beide ouders. Gesprekken met ouders, jeugdigen, derden en informatie uit dossiers zijn de belangrijkste bron van informatie om te achterhalen hoe de ouders tegenover de omgang staan. Ook observaties van gedrag bij bijvoorbeeld overdrachtsmomenten kunnen veel informatie geven.

Het antwoord op onder andere onderstaande vragen kan belangrijke informatie opleveren:

  • heeft het kind contact met beide ouders?
  • wat voor vorm heeft dit contact?
  • hoe vaak is er contact?
  • zijn beide ouders in staat om impliciet en expliciet toestemming te geven aan het kind om op positieve wijze contact te hebben met de andere ouder?
  • zijn de kinderen aanwezig als ouders met elkaar in conflictueus gesprek zijn?
  • hoe gedragen ouders zich ten opzichte van elkaar, waar de kinderen bij zijn?
  • hoe gedragen ouders zich ten opzichte van hun kind, waar de andere ouder bij is?

Mogelijke interventies specifiek bij deze factor

Kies bij voorkeur interventies die de stem van het kind een plaats geven.

Specifiek voor deze factor kun je denken aan inzet van:

  • ouderschapsbemiddeling en/of omgangsbegeleiding
  • mediation ouders

Meer bronnen

Voor meer achtergrondinformatie over scheiding en problemen van kinderen, zie: